Doe alle ingrediënten in een kom en mix tot een samenhangend deeg. Strooi een beetje extra bloem over het deeg zodat niet alles blijft vast plakken. Dek het deeg af en zet voor 30 minuten op een warme(re) plek weg.
In de tussentijd ga je op zoek naar een paar stokken. Waar nodig maak je de punten schoon of snijd met je zakmes de bovenste laag een beetje weg.
Verdeel het deeg nu in 4 of 8 stukken, afhankelijk of je een groot of kleiner broodje wilt. Rol het deeg nu gelijkmatig uit tot een lang worstje.
Pin het eerste stukje deeg bovenop de stok en draai het deeg rustig om de stok heen. Doe dit niet te losjes maar ook niet te strak. Druk het laatste stukje deeg nu een beetje vast tegen de stok en het overige deeg zodat het vast blijft zitten.
Houd het deeg nu boven de gloeiende kolen en draai zo nu en dan rond zodat het brood gelijkmatig kleurt.
Wanneer je brood gaar en goudbruin is haal je deze weg van het vuur en trek je het brood van de stok.